maandag 21 juni 2021

NATUURFOTO'S BEWERKEN

Thorburn en Singer

In de afgelopen vijftien jaar heb ik honderden natuurfoto's, meest van vogels, gemaakt. De beste heb ik in een aparte database gezet. Nu ik mij niet zo vaak meer in het veld vertoon, rees de gedachte deze foto's een meer persoonlijke toets te geven. 

Als bewonderaar van de grote vogelschilders en -tekenaars, leek het mij een uitdaging om iets in hun trant met foto's te doen. Wat mij hierbij van pas komt, is dat ik vijf jaar (van 1966-1971) als graficus (retoucheur-fotograaf) werkzaam ben geweest. Al het geleerde heeft zijn nut. 

Mijn favoriete vogelschilders/-tekenaars zijn de Schot Archibald Thorburn (1860-1935) en de Amerikaan Arthur Singer (1917-1990). De steendrukken van Thorburn vallen op door gevoel voor drama en romantiek. De achtergronden van het onderwerp zijn meestal (ogenschijnlijk) haast terloops geschetste duidingen van de biotoop waarin het dier voorkomt. De aantrekkingskracht van de platen van Singer is net als bij Thorburn terug te brengen op wetenschappelijke observatie en gevoel voor esthetiek. Liefde voor het vak en voor het onderwerp. Singers penseelvoering lijkt zekerder. Vaker dan bij Thorburn is zijn achtergrondtekening bij illustraties nog maar heel minimalistisch, soms nog slechts een takje of polletje gras met bovendien nog verlopende randen. Het belangrijkste voor beide schilders is, dat het onderwerp maximaal gedetailleerd en in de juiste kleuren afgebeeld wordt, om te beantwoorden aan de eis, dat je het dier aan de hand van het plaatje kunt determineren. Bijkomend is dat juist deze techniek zo'n mooi effect geeft. Tegenwoordige illustratoren van natuurfotoboeken bedienen zich ook dikwijls van het minimaliseren van de achtergrond. 

Bewerking van enkele foto's 

Hieronder drie 'vooroefeningen' van afgelopen maand in de vermelde techniek. Voorbeeld 1 is een foto van bijeneters, voor en na de volgende bewerkingen: zoeken van een geschikte opname, zoeken van een passende achtergrond (i.c. papier met een bepaalde kleur en textuur), plaatsen van de opname in de achtergrond. Er zijn dan twee layers. In de layer van het onderwerp worden de vogels 'vrijstaand' gemaakt. Ik doe dit door het 'weggummen' van de oude achtergrond. Alleen de tak waarop zij zitten blijft gehandhaafd. De uiteinden van de tak worden verlopend geretoucheerd. De zogeheten pfi wordt vervolgens opgeslagen als jpg-extensie.   

Voorbeeld 1, voor


Voorbeeld 1, na bewerking


De vogels komen m.i. zo veel meer tot hun recht.

Het kan vanzelfsprekend ook met andere onderwerpen. Hieronder Indische neushoorns in Blijdorp (voorbeeld 2) en een gevlekte orchis (voorbeeld 3) die ik in de Zuidduinen (Berkheide, Katwijk aan Zee) fotografeerde.

Voorbeeld 2, voor


Voorbeeld 2, na

Hierover kun je van mening verschillen. Mijn voorkeur gaat toch naar de 'minimalistische' versie van moeder en kind Indische neushoorn uit. 


Voorbeeld 3, voor

Voorbeeld 3, na



In dit geval is m.i. overduidelijk dat de bewerkte versie de voorkeur verdient. Niet alleen is die veel duidelijker door het verdwijnen van de storende achtergrond, maar ook esthetischer. 


(Foto's en grafische bewerking: © Jaap v.d. Marel)







 

     


DONKERSTEEG NUMMER ZEVEN

 De kleine wereld achter een suikerzakje (3)


Op zolder kwam ik een oud suikerzakjesalbum tegen en kreeg een idee.

Zo’n suikerzakje is een stille getuige van een voorbijgegane wereld. Als ik nu eens beelden die dit bij mij oproept vastleg, een serie van die zakjes scan en in blog-posts verwerk. Zo gezegd, zo gedaan.


Er was een tijd dat shoppen iets bijzonders was.
Mijn moeder ging ervoor naar de stad, meestal Leiden. Het werd beleefd als een dagje uit. In de jaren vijftig begon dat al met de rit erheen in de Blauwe Tram, een gezellig, gemoedelijk voortrollend voertuig. Niemand stoorde zich aan de cadans van de wielen over de rails, het gesnerp en gepiep bij het afremmen en de hoekige bewegingen van het tramstel in scherpe bochten. 
Ik stel mij zo voor, dat mijn moeder door haar gekeuvel met medereizigers vaak verrast werd als zij ineens merkte dat het eindstation aan het begin van de Steenstraat was bereikt. Van daar ging het, meestal met het stadstrammetje, naar de bekende halte op de Breestraat bij V&D.

Na het uitstappen maakte Ma eerst een rondje langs de mode-etablissementen van Zurloh, Gerzon en Lampe. Daarna werd het tijd voor een kopje koffie of thee met een punt taart. Dit behoorde tot het vaste ritueel. Hiervoor waren twee zaken favoriet: Biesiot in Donkersteeg 7 en Snijers op de Botermarkt. Mijn moeder gaf de voorkeur aan Biesiot. Toen deze zaak tegen het einde van de jaren vijftig op de fles ging, werd de lunchroom overgenomen door het bakkersbedrijf C. Hendriks. 




Volgens het opschrift op het suikerzakje was roomboterkoek de specialiteit van Hendriks. En, dat was geen loze kreet. Die boterkoek vormde voor mijn moeder een belangrijke reden om het koffiehuis in de Donkersteeg te blijven bezoeken. Er was ook een bakkerswinkel van de firma, op Turfmarkt 9. Veel Katwijkers gingen hier op de terugweg nog even langs om een stuk van de vermaarde boterkoek te scoren. Zelf vond ik de korst aan de buitenkant het lekkerst. Tegenwoordig bevindt zich op Turfmarkt 9 'In den Doofpot', een bekend restaurant voor fijnproevers. 

Eind 1996 hield lunchroom Hendriks op te bestaan. Volgens de toenmalige eigenaar was de formule van een luxe koffiehuis, 'een bakkie met een gebakkie', oubollig geworden en daarom uitgewerkt. De klandizie op doordeweekse dagen was sterk achteruitgegaan, terwijl  de personeelskosten uiteraard gewoon doorliepen. Weliswaar zat de zaak op zaterdag nog steeds vol, maar dat kon het omzetverlies op gewone weekdagen niet goedmaken. Hoewel er nog geen bol.com bestond, was de gang naar de stad al goed merkbaar afgenomen en dat niet alleen door de vestiging van filialen van waren- en modehuizen en van talrijke boetiekjes in de omliggende gemeenten. Naar ik vermoed, had de gewijzigde samenstelling van de beroepsbevolking er ook wat mee te maken. Er was immers sprake van een grote toename van werkende vrouwen. En die hadden doordeweeks geen tijd meer  voor winkelreisjes naar de stad.  
Na een flinke verbouwing van Donkersteeg 7 werd het pand in 1998 betrokken door McDonald's. Opnieuw was het een lunchroom, maar door zijn fastfood menu en zijn moderne inrichting onvergelijkbaar met de zaak van Hendriks.  

Snijers, die andere gezellige bakkerij met lunchroom, 'Konditorei' zeggen de Duitsers, is er nog altijd en heeft de stormen des tijds doorstaan. Het is een ijzersterk familiebedrijf met dezelfde formule van jaren her. Als je erlangs loopt, valt de prachtige, teakhouten winkelpui uit de negentiende eeuw je meteen op. Hier, op Botermarkt 15 begon Jacobus Snijers zijn bakkerswinkel in 1829. Inmiddels is de zevende generatie van de familie Snijers uitbater van deze eeuwenoude zaak. 


VOGEL VAN DE MAAND

  Pestvogel ( Bombycilla garrulus ) Wat een akelige naam voor zo'n mooie vogel! Dat dacht ik toen ik de vogel voor het eerst zag. In de...