zaterdag 11 september 2021

DIERENPARK WASSENAAR

 De kleine wereld achter een suikerzakje (5)

Op zolder kwam ik een oud suikerzakjesalbum tegen en kreeg een idee.

Zo’n suikerzakje is een stille getuige van een voorbijgegane wereld. Als ik nu eens beelden die dit bij mij oproept vastleg, een serie van die zakjes scan en in blog-posts verwerk. Zo gezegd, zo gedaan.



De tijgerkop op het suikerzakje van het vroegere dierenpark Wassenaar doet mij terugdenken aan de Bengaalse tijger die een schouderblad miste, een aangeboren gebrek - aldus de toelichting op een bordje -, waardoor het dier zich strompelend voortbewoog. Ook staat mij nog bij dat een van mijn tantes tot haar afgrijzen dwars door de mazen van de tralies, besproeid werd met urine van een andere tijger die zijn territorium duidelijk meende te moeten aangeven voor de groep dagjesmensen die hem gadesloeg. (Mooi woord eigenlijk dat 'dagjesmensen'. Je hoort het tegenwoordig amper nog.)  Verder herinner ik mij nog een beleefde resusaap. Als je niet te snel langs zijn verblijf liep, volgde hij je en gaf je netjes een hand, tussen de vrij ruime mazen van het gaaswerk door. Voor zover je er van gediend was uiteraard, want er waren genoeg mensen die het vies vonden of die afgeschrikt werden door het bordje dat vermeldde dat de apen lelijk konden bijten. Op een keer gaf de aap mijn (toen nog) vriendin een hand. Zijn droge, stoffige kleine vingers voelden gummi-achtig aan, zei ze. Het was een heuse handdruk en geen bedelpoging, want hij zag echt wel dat ze niets bij zich had. Het puntzakje met voer dat aan de ingang van het park was aangeschaft, was namelijk allang leeg.  Zo heeft iedereen die ooit deze dierentuin bezocht wel zijn eigen specifieke herinneringen. Velen weten nog van de tank en de eenmansduikboot uit W.O. II, die meen ik tot in de jaren zeventig tot de vaste inventaris van de speeltuin behoorden. De beo in de Louisehal die "Koop een Toyota" riep, is ook legendarisch, evenals de Paradijshal waarin je tussen vrij vliegende  exotische vogels uit de verzameling van Toyotadealer Louwman door liep.       

                                                                                                           Onder babyboomers en vertegenwoordigers van de generatie X uit onze regio, heeft deze zoo een bijna-cultstatus. Het is jammer dat dit kleine, maar sfeervolle park, dat naar verhouding veel diersoorten herbergde, in 1985 zijn poorten moest sluiten. 



Resusaap

           (Fotoscan suikerzakje en grafische bewerking: © Jaap v.d. Marel, Foto resusaap: Pixabay free)

    

VOGEL VAN DE MAAND (2)

 De Gouldamadine (Chloebia gouldiae / Erythrura gouldiae



Onlangs heb ik de gouldamadines van mijn zwager Jan in zijn volière gefotografeerd. Het zijn de twee vogels in het midden: links de pop, rechts de man. Zij hebben de wildkleur met zwarte kop. Er zijn nog twee varianten van de in het wild voorkomende vogels bekend, namelijk met rode kop (boven en onder op de plaat) en de zeer zeldzame met oranje kop. Verder bestaan er nog vele, hiervan afwijkende, gekweekte kleurversies. De gouldamadine is een Australische prachtvink, ontdekt door de beroemde Engelse ornitholoog John Gould (1804-1881) die de soort naar zijn echtgenote heeft genoemd (te zien aan de vrouwelijke genitiefuitgang -iae van de Latijnse soortnaam). Gould was geen academicus. Zijn ornithologische kennis ontwikkelde hij als begaafd preparateur van vogels. Als 'taxadermist' stond hij al snel hoog aangeschreven en kreeg hij op drieëntwintigjarige leeftijd een aanstelling als conservator aan het museum van de Zoological Society of London. Tijdens een studiereis van 1838-1840 in Australië beschreef hij de gouldamadine. Zijn vrouw Elizabeth maakte de eerste litho van deze onwaarschijnlijk mooi gekleurde vogel.  

Rond 1950 was de gouldamadine nog buitengewoon talrijk. Miljoenen vogels bevolkten de grasvlakten en niet te dicht beboste gebieden in Noord- en Noordoost-Australië. Sindsdien is het voorkomen van de soort dramatisch afgenomen. Sommige wetenschappelijke bronnen geven aan dat er nog maar 2500 in het wild levende vogels over zijn. Intensief beweiden en op grote schaal afbranden van grasvlakten met als doel volledig uitgroeien van het gras te voorkomen, worden tot de belangrijkste oorzaken gerekend van de gigantische afname van gouldamadines. Graszaden vormen namelijk het belangrijkste voedsel van de vogels. Gelukkig worden door de Australische overheid de laatste jaren beschermingsmaatregelen getroffen. Er worden zelfs wildvorm kooivogels uitgezet om groei van de natuurlijke populatie te bevorderen.  Het is te hopen dat hiermee langzaamaan het tij voor deze bijzondere soort kan keren.


                                  (Foto's en grafische bewerking: © Jaap v.d. Marel)

 


VOGEL VAN DE MAAND

  Pestvogel ( Bombycilla garrulus ) Wat een akelige naam voor zo'n mooie vogel! Dat dacht ik toen ik de vogel voor het eerst zag. In de...