zaterdag 21 augustus 2021

DE LUCHT

De kleine wereld achter een suikerzakje (4)

Op zolder kwam ik een oud suikerzakjesalbum tegen en kreeg een idee.

Zo’n suikerzakje is een stille getuige van een voorbijgegane wereld. Als ik nu eens beelden die dit bij mij oproept vastleg, een serie van die zakjes scan en in blog-posts verwerk. Zo gezegd, zo gedaan.



"We waere voor achte op pad egaen en al om tien uur bij De Lucht, waer we 'n bakje edaen hebbe." Ik hoor het mijn schoonvader nog zo zeggen ergens begin jaren tachtig, toen hij, thuis gekomen van vakantie in het Moezelgebied, verslag deed van de reis. Die reis hadden mijn schoonouders ondernomen met hun nieuwe auto, een Ford Escort Bravo, waar ze erg trots op waren. Als ze via de A2 naar het zuiden gingen, was Hotel-Café-Restaurant De Lucht, tussen Zaltbommel en Den Bosch, een vertrouwde landmark en pleisterplaats. Je kon (en kunt er nog steeds) ook tanken bij station De Lucht West en op de terugweg bij De Lucht Oost. Via een voetgangerstunnel, die sinds 1958 in gebruik is, kun je onder de A2 door om aan de overkant in het restaurant nog wat te gebruiken. 
Het suikerzakje dateert eveneens uit de tweede helft van de jaren vijftig.
Dat is met name te zien aan het (korte) telefoonnummer. 

Op deze plek in Bruchem bevond zich meer dan vierhonderd jaar geleden al een uitspanning. In 1938, twee jaar nadat er een benzinestation was neergezet, kwam er een truckerscafé. Na de oorlog groeide De Lucht, met een café-restaurant en hotel, uit tot een moderne verzorgingsplaats aan de grote weg. De Lucht heeft al langere tijd geen hotelaccommodatie meer. Tegenwoordig zitten er vestigingen van La Place, Burgerking en Subway.  
In 1999 kwam De Lucht plotseling negatief in het nieuws door een schietpartij tussen vier mannen in het restaurant. Hierbij viel één dode. Het is bekend dat leden van het criminele gilde, vooral in de tijd dat er nog geen sprake was van cameratoezicht, regelmatig gebruik maakten van pleisterplaatsen langs de grote weg als ontmoetingspunt.

Hieronder een nostalgische foto van De Lucht, waarvan ik de datering heb kunnen afleiden aan de hand van het model Mercedes en het nog juist leesbare kenteken (UA-94-43, aug. 1963) van de rode Ford Transit bestelwagen. 


Prentbriefkaart van De Lucht (om en nabij 1965)


Illustraties : suikerzakje, Jaap van der Marel; prentbriefkaart, DB.
 
 

VOGEL VAN DE MAAND

De Dwergaalscholver (Microcarbo pygmaeus


Op een eilandje in een plas bij Laagraven (Utrecht) bivakkeert al een paar maanden een voor Nederland zeer zeldzame vogel, een dwergaalscholver. Vissen doet deze vogel meestal een stukje zuidelijker bij de sluizen in het Lekkanaal. Zelf zag ik voor het eerst een dwergaalscholver in 2019 bij het meer van Tiberias in Israël. De vogel is maar iets groter dan een meerkoet. Dit aalscholvertje maakt daardoor en door de korte snavel een veel vriendelijker indruk dan de grotere aalscholversoorten. 

In oostelijk Europa vormen de Neusiedler See (Oostenrijk) en de Donaudelta (Roemenië) zo'n beetje de noordgrens van het gebied waar deze soort voorkomt. 

Vorige week woensdag ben ik 's morgens vroeg op pad gegaan om de dwergaalscholver te fotograferen in het natuurgebiedje bij Laagraven. Ik had geluk. De vogel zat vrij, op een dikke tak in de begroeiing van een eilandje. Met de lange lens kon ik nog redelijk goede plaatjes, weliswaar met een klein beetje ruis, schieten. Uit circa honderd opnamen heb ik twee foto's geselecteerd en samengevoegd tot de afbeelding hierboven. Het is dus één en dezelfde vogel in twee verschillende houdingen. 


                                            (Foto's en grafische bewerking: © Jaap v.d. Marel)

 

zaterdag 7 augustus 2021

nijntje an zae


Nijntje aan zee in het Katwijks, een initiatief van de Bibliotheek Katwijk, is vanaf 25 september overal verkrijgbaar.

De vertaling is van Leendert de Vink en Jaap van der Marel.

Met plezier hebben we hieraan onze medewerking verleend.

Meer informatie is te vinden onder deze link: Nijntje in 't Katteks (bibliotheekkatwijk.nl)

DE KRUIEDOKTER


(Kort verhaal 😊)

Op verjaardags-bijeenkomsten is één van de vaste gespreksonderwerpen vaak ziekte.

Op Katwijkse verjaardagen van vroeger, was het zelfs een favoriet item, zeker op die van mijn ouders. Als jongeman mocht ik ‘s avonds aanschuiven bij de zogeheten mannetaefel. Geanimeerd volgde ik dan de conversatie. Het ging met name over middele (medicijnen), geneeswijzen en operatieve ingrepen. Mijn vader was de zelfbenoemde gespreksleider. Zo maakte ik mee dat hij op de achterkant van een sigarendoosje zijn pas ondergane maagresectie uittekende. Dit deed hij voor een oom die in ’t Akkedémies behandeling van een maagzweer moest ondergaan. De man zag hierna subiet af van opereren en is uiteindelijk door langdurig kuren met een papdieet van zijn aandoening afgekomen.

Voor mijn vader, een klassieke hypochonder, schoot de normale artsenij tekort. Hij liep namelijk ook bij een kruiedokter  (kruidendokter) in Oegstgeest, eentje met een dubbele achternaam, die hij zeer aanbeval bij mijn ooms. Na zo’n consult kwam pa met een grote papieren zak thuis, vol met in cellofaanzakjes verpakte gedroogde kruiden. De lucht van tijm, kamille en duizendblad kwam hem al vooruit. De hond, Moor, die allergisch was voor vreemde luchtjes, gaf blaffend uiting van zijn afkeuring. ‘Je vader is weer bij die dure kwakzalver geweest; dat zal dokter Visser (de huisarts) vast niet leuk vinden’, stelde moeder dan vast.

De medische WP en een door veelvuldige gebruik, beduimeld geworden handboek van dokter Vogel, namen een prominente plaats in in pa’s boekenkast. Uit het werk van Vogel citeerde hij eens op een van de avonden hoe je van ‘zucht’ af kon komen. Dit kon met vochtofdrijvende kruie. Waarheen het vocht afdreef, was mij niet duidelijk. Nae zae! (naar zee), zei mijn ome Maart snedig.

Sommige ooms gingen prat op een eigen favoriete alternatieve geneeswijze. Zo was er één die zich had laten beleze, nadat hij gestoken was door een pieterman, een giftige vis. Beleze (belezen) is een soort van sjamaanpraktijk Hollandse stijl, waarbij bezwerende formules worden geuit, gepaard gaande met handoplegging. Polder-voodoo, dus. Een andere oom meldde trots dat hij een homopaet bezocht. Met deze genderachtige term bedoelde hij een beoefenaar van de homeopathie. Uiteraard kwam ook de Moermantherapie aan de orde, die in die tijd enige opgang had om kanker te voorkomen en bestrijden. Ome Kees die van efficiënt taalgebruik hield, bracht de hele filosofie van dokter Moerman terug tot vier woorden:’t lichaem mot verzure, zei hij.

Het hek was helemaal van de dam, toen de eerste verklarende geneesmiddelen-gids verscheen. Plotseling kon je extra inzicht opdoen over wat de huisarts of specialist je had voorgeschreven en waarom. Interessant was dat de informatie veel uitgebreider en duidelijker was dan de bijsluiter bij tabletten, drankje of zalf. Uiteraard was mijn vader de eerste die over zo’n ‘nuttig’ naslagwerkje beschikte. Op de verjaarsavonden ging hij nu mijn ooms bevragen of en welke geneesmiddelen zij gebruikten en zocht hij deze op in de gids. Vervolgens vond er een ‘audit’ plaats, waarbij niet alleen medicijn en patiënt, maar ook degene die het voorschreef en alternatieve geneesmiddelen uitvoerig in beschouwing werden genomen.

                                                                  

© Jaap v.d. Marel

Illustratie: Pixabay Free


VOGEL VAN DE MAAND

  Pestvogel ( Bombycilla garrulus ) Wat een akelige naam voor zo'n mooie vogel! Dat dacht ik toen ik de vogel voor het eerst zag. In de...