De kleine wereld achter een suikerzakje (6)
Op zolder kwam ik een oud suikerzakjesalbum tegen en kreeg een idee.
Zo’n suikerzakje is een stille getuige van een voorbijgegane wereld. Als ik nu eens beelden die dit bij mij oproept vastleg, een serie van die zakjes scan en in blog-posts verwerk. Zo gezegd, zo gedaan.
Nadat de boeken, waaronder ook twee 'R-etjes' voor Ma, waren afgestempeld, reden we naar de Badstraat en gingen naar binnen bij het eethuis van Just Vooijs, direct naast zijn slagerij. Het was er zeker even druk als bij De Jong.
Wij aten daar een snack; pa een balletje gehakt met mosterd en ik een kopje soep.
Volgens Jan van der Plas, vroegere schrijver van een grote serie historische boekjes over Katwijk, serveerde men bij Vooijs' eethuis het lekkerste balletje gehakt van Katwijk. Op de locatie van Vooijs' eethuis zit tegenwoordig Grand Café In Den Blauwen Bock.
Het eethuis van slager Vooijs, laagdrempelig en ook niet duur, voorzag in de behoefte van een snelle warme hap tussendoor, want er waren nog geen snackbars.
De eerste echte snackbar werd even na het midden van de jaren vijftig begonnen door een toen bekende ondernemer, Aron Schelvis*, in Katwijk beter bekend als Aerie Skellevis, op Varkevisserstraat 300, in wat eerst een garage van zijn taxibedrijf was. Spoedig was er in bijna elke buurt een patattentje, ook kwamen er automatieken, waar je letterlijk uit de muur kon eten. De automatiek in de Princestraat was de meest bekende, maar die van Dick Zuyderduyn op de Voorstraat was favoriet onder mijn vrienden. Op een zaterdagavond in 1965, ik was toen zestien, gingen we na een bezoek aan een populair café op de Boulevard nog even bij Zuyderduyn langs. Dick had een uitgebreid assortiment. Zo kon je aan een apart loket bijvoorbeeld ook milkshakes, halve kippen of gepaneerde karbonades bestellen. Het was even uittellen, maar iedereen had geld genoeg over voor een karbonaadje.
Ik herinner mij nog goed dat één van de vrienden pas een mooie, witte regenjas had. Nadat hij een paar happen van zijn karbonade had genomen, stak hij tot onze verbijstering het resterende gedeelte van deze vette hap in een zak van zijn nieuwe jas. Het deels afgekloven ribstuk stak nog parmantig naar buiten. 'Ik wil onderweg naar huis ook af en toe gezellig een hapje nemen', lichtte hij zijn merkwaardige handelwijze toe en liep fluitend naar buiten.
*Over Aron Schelvis is een prachtig verhaal op het net te vinden onder de volgende link: https://katwijkinoorlog.nl/ga-maar-om-een-ijsje-bij voortman/
Fotoscan suikerzakje en grafische bewerking: © Jaap v.d. Marel
Mooi verhaal, heel beeldend!
BeantwoordenVerwijderen